Syrah

De druif Syrah, in een aantal landen Shiraz genoemd, werd tijdens de Kruistochten vanuit het Midden-Oosten naar Frankrijk gebracht. Over de herkomst van de druif doen veel geruchten de ronde, bijvoorbeeld dat de druif afkomstig is uit de Iraanse stad Shiraz. Uit genetisch onderzoek blijkt echter dat de druif voortkomt uit twee druivensoorten uit Zuidoost Frankrijk – Dureza en Mondeuse blanche.

Kenmerken

Het is een druivensoort die veel zon nodig heeft en zijn beste wijnen geeft in een warm en droog klimaat, en dan bij voorkeur op niet té vruchtbare grond. De wijnranken van deze druivensoort groeien uitbundig en worden daarom vaak gesnoeid. Gebeurt dit niet, dan verliezen de druiven aan aroma, met flauwe wijnen als resultaat.

Het is een sterke druif die immuun is voor de meeste plantenziekten. Als de druif met zorg wordt gecultiveerd, dan heeft hij een dikke schil. De wijn krijgt daardoor niet alleen veel kleur, maar ook aanzienlijke hoeveelheid tannine. De geur varieert van anjers en viooltjes tot chocolade tonen en zwarte kersen en bessen. De afdronk heeft – zeker als de wijn meer dan 10 jaar oud is – een vleugje tabak, leer en natuurlijk cacao. Voorts maakt men droge rosé en mousserende wijn van de syrah. Deze laatste, de “Sparkling Syrah” is zeldzaam, wordt afgesloten met een kroonkurk (jawel) en komt voornamelijk uit Australië.

Hoewel de syrah veelal gebruikt wordt in combinatie met andere druivensoorten, zijn er ook wijnboeren die wijnen maken waarbij ze enkel de syrah druif gebruiken.

Syrah wordt gebruikt als ‘cepage‘ en als blend (ook wel bekend als ‘assemblage‘). Een van de bekendste blends is de GSM-blend, wat staat voor Grenache, Syrah en Mourvèdre. Deze blend vindt zijn oorsprong in de Franse Rhône, maar de combinatie wordt inmiddels wereldwijd gebotteld.

(bron: Wikipedia)