Frankrijk is zowel qua volume als qua omzet een van de grootste producenten van wijn in de wereld. Concurrentie in volume en omzet heeft Frankrijk voornamelijk van Italië. Spanje, een ander land dat tot de oude wereld behoort op wijngebied, is een concurrent wanneer het gaat om beplante hectares met wijnstokken.

De wijnbouwcultuur is waarschijnlijk ontstaan in het gebied ten zuiden van de Kaukasus en in het Oost-Anatolië. De eerste wijnbouw in Frankrijk is te danken aan Griekse kolonisten uit Klein-Azië die in de 6e eeuw v. Chr. de handelsnederzetting Massilia (Marseille) stichtten en er ook enkele wijngaarden aanlegden. De wijnbouwcultuur van Noord-Frankrijk en andere delen van Midden- en Noordwest-Europa werd door de Romeinen ontwikkeld.

Tegenwoordig is Europa veruit de belangrijkste wijnproducent. Italië en Frankrijk zijn de belangrijkste productielanden.

Frankrijk kent al lang een systeem waarbij een wettelijk beschermde naam wordt toegestaan als wordt voldaan aan verschillende voorwaarden als wijngebied, wijnstokken die gebruikt worden en eventueel in welke verhouding, maximale opbrengst per hectare en alcoholpercentage. De beste kwaliteit is Appellation d’Origine Contrôlée (AOC) en Vins Délimités de Qualité Supérieure (VDQS, thans niet meer in gebruik) zijn beter dan Vin de pays. Sinds 1963 heeft Italië een soortgelijk systeem, sinds 1970 ook Spanje.

Hoewel de uitzondering de regel bevestigt, kan over het algemeen gezegd worden: hoe kleiner de appellation hoe beter de wijn. Bijvoorbeeld wijn met de AOC Bordeaux kan uit de volledige wijnstreek Bordeaux komen. De Bordeaux wordt onderverdeeld in grote regio’s zoals de Médoc. Binnen Haut-Médoc hebben de beste wijnen een zogenaamde gemeente-appellation zoals Pauillac, Margaux en Saint-Estèphe. Vervolgens is er nog een eregalerij van geklasseerde wijnen, de zogenaamde grands crus. In de Bordeaux is de officiële classificatie in 1855 vastgesteld en werden de beste wijnen, dit gebaseerd op de verkoopprijzen van de voorafgaande jaren, van dat moment in vijf categorieën geplaatst. De wijnen van de hoogste categorie zijn Premier Grand Cru. Voorbeelden hiervan: Château Latour, Château Lafite Rothschild, Château Haut-Brion, Château Margaux en Château Mouton Rothschild.

In de Bourgogne is de waardering juist omgekeerd: daar zijn de wijngaarden geklasseerd, en dus niet de wijnmakers of châteaux. De hoogste classificatie is daar grand cru, terwijl de premier cru een classificatie minder betreft. Bij de officiële classificatie in de Bourgogne in 1861 door het Agricultureel Comité van Beaune is de indeling in het invloedrijke werk Histoire et Statistique de la Vigne des Grands Vins de la Côte-d’Or van Dr Jean Lavallé uit 1855 vrijwel ongewijzigd overgenomen. De indeling in 1861 kende drie klassen waarvan de wijngaarden uit de eerste klasse vrijwel allemaal grand cru werden bij de introductie van de Appellation d’Origine Contrôlée in de jaren dertig.

Tegenwoordig wordt voor wijn in Frankrijk bijna uitsluitend nog het sap van verse druiven gebruikt. Uitzondering is de vin de paille uit de Jura; na het oogsten worden de druiven een tijd uitgespreid op een laag stro (paille). Door het drogen neemt de concentratie suiker in het sap toe.