Riesling

Riesling is een witte druivensoort. Oorspronkelijk zou het een afstammeling zijn van de Heunisch-druif en een Traminer variant. De druif staat als een van de beste soorten bekend. Vooral in Duitsland en de Elzas is zij zeer geliefd.

Deze druif is pas laat rijp, meestal pas eind september of begin oktober en heeft dan een goudgele kleur met wat kleine spikkeltjes op de schil. De riesling is geschikt voor de productie van droge en elegante wijnen. Haar wereldbekendheid is echter te danken aan de zoete wijnen die deze druivensoort voort kan brengen. De Rieslingdruif kan wijnen van zeer grote klasse voortbrengen die lang houdbaar zijn. De druivenstokken staan voor deze hoge kwaliteitswijnen (Duits: Spitzenweinen) dikwijls tegen steile hellingen aangeplant.
Aan het begin van de 20e eeuw waren de Riesling-wijnen uit de Rheingau en Moezel vaak duurder dan de bekendste wijnen uit de Bordeaux.

Behalve in Duitsland en de Elzas is de Riesling ook aangeplant in Moravië (regio), Oostenrijk, Hongarije, Noord-Italië, Luxemburg, Verenigde Staten en Australië. In steeds meer landen komt deze druivensoort voor.

In Duitsland wordt de Rieslingdruif ook wel “De Koningin van de druiven” genoemd.
Duitse wijnen gemaakt van Rieslingdruiven kunnen jong gedronken worden. Bepaalde spitzenklasse-wijnen kunnen echter ook zeer goed ouderen.